Utrechts Landschap voert beheerbrand uit op Breeveen

Om de vergrassing van het heideterrein op Breeveen terug te dringen, voert Utrechts Landschap op zaterdag 5 maart een gecontroleerde, kleinschalige beheerbrand uit. Samen met Veiligheidsregio Utrecht en de lokale brandweer wordt deze beheermaatregel uitgevoerd om de heidevegetatie te redden van verdringing door grassen. De beheerbrand van drie smalle stroken van in totaal 1,4 hectare, vindt plaats onder specifieke weersomstandigheden en bewust aan het einde van de winter.

Vergrassing

De vegetatie op het heideterrein op Breeveen heeft een groeizaam jaar achter de rug. De weersomstandigheden zorgden ervoor dat grassen goed konden groeien en de begrazing met schapen kon hier niet tegenop; er treed dan vergrassing op. Vergrassing is het verschijnsel waarbij grassoorten, in dit geval voornamelijk gedomineerd door pijpenstrootje, de gewenste heidevegetatie verdringen. Als we bij vergrassing niet ingrijpen, zal dit op termijn ten kosten gaan van de flora en fauna die zo kenmerkend zijn voor de hei van Breeveen.

Oorzaak en beheer

Stikstofdepositie is de belangrijkste oorzaak van vergrassing. De uitstoot van industrie, landbouw en verkeer daalt neer op natuurgebieden, zoals het heideterrein op Breeveen. Jaarlijkse drukbegrazing met schapen (hoofdbeheermaatregel) kan vergrassing deels terugdringen en methoden als plaggen, chopperen en branden zijn aanvullende maatregelen. Omdat de drukbegrazing op Breeveen het afgelopen jaar niet het gewenste effect heeft gehad, is er dit keer gekozen voor aanvullend beheer. Het branden van heide is de enige methode waarbij essentiële mineralen in de bodem, die door verzuring van de bodem steeds schaarser worden, bewaard blijven en weer opneembaar worden voor de gewenste vegetatie. Drie smalle stroken van in totaal 1,4 hectare worden daarbij in brand gezet. Deze maatregel heeft enkel het gewenste effect als daarna weer drukbegrazing volgt. Struik- en dopheide krijgen na het terugdringen van grassen weer de kans om uit te lopen.

Fauna

Voorafgaand aan de beheerbrand voert onze boswachter een zogeheten faunacheck uit om er zeker van te zijn dat er geen holen zijn of verscholen dieren zitten. Zaadjes van heide en insecten in de bodem blijven ongeschonden; de beheerbrand tast de vegetatie aan, maar de hitte komt niet verder dan enkele centimeters in de goed isolerende bodem. Hagedissen zitten veilig onder de grond; zij worden in het voorjaar pas weer actief.

Veiligheid

Utrechts Landschap slaat de handen ineen met de veiligheidsregio Utrecht en de lokale brandweer. Zij voeren bewust de beheerbrand aan het einde van de winter uit; dan zijn de weersomstandigheden het beste voor een optimale beheerbrand met juiste temperatuur en controlering.