Een frisse neus halen? Ga dan niet met de auto

In de afgelopen tijd is het bezoek van mensen aan natuurgebieden in de regio Utrecht zo sterk
gestegen dat er geregeld grote drukte ontstaat op parkeerplaatsen. De voorzitter van de
Veiligheidsregio Utrecht roept daarom iedereen op om zo min mogelijk met de auto naar
natuurgebieden te gaan en in de eigen omgeving een frisse neus te halen.

Grote druk op natuurgebieden

Gezien de strikte maatregelen om verdere verspreiding van het coronavirus te stoppen, is het
goed te begrijpen dat mensen natuurgebieden opzoeken. Gelegenheden als bioscopen en musea
zijn immers gesloten, en activiteiten als winkelen worden afgeraden. Dat leidt er echter toe dat
het aantal bezoekers van natuurgebieden zoals de Utrechtse Heuvelrug en gebieden van
Staatsbosbeheer enorm is gestegen, zeker op woensdagmiddag en in het weekend.

Overtredingen

Daardoor is het nu te vaak te druk bij de natuurgebieden. Zo zetten steeds meer mensen hun auto
in de berm, bij gebrek aan een plekje op de parkeerplaats. Daarnaast zien de beheerders van de
natuurgebieden ook het aantal overtredingen toenemen, zoals het ongelijnd uitlaten van honden,
afval achterlaten en het betreden van rustgebieden. Natuurbeheerorganisaties hebben zelf vaak
al verscherpt toezicht georganiseerd, maar dat is niet voldoende om de druk op de
natuurgebieden te verlichten. Dus doen wij een beroep op iedereen:

  • Recreëer in je eigen omgeving.
  • Ga niet met de auto, maar kom op de fiets of lopend.
  • Laat geen afval achter.

Oproep voorzitter Veiligheidsregio Utrecht

Burgemeester P.E.J. den Oudsten, voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht: “Mede namens de
26 gemeenten in de regio Utrecht roep ik iedereen op niet met de auto naar drukke
natuurgebieden af te reizen. Dat past ook bij het dringende advies om reisbewegingen tot het
minimum te beperken. Vanzelfsprekend zal er strikt worden gehandhaafd op het naleven van de
regels. Maar ik hoop dat mensen zelf hun verantwoordelijkheid nemen en stel ieders
medewerking zeer op prijs, op de eerste plaats in het belang van de gezondheid maar ook in het
belang van de natuur.”