Door: Marjolein van Unen

Tegen de tijd dat het najaar begint valt het op dat er bomen zijn met allerlei verschillende tekens in verschillende kleuren. Wat betekenen deze tekens en kleuren? We bespreken het met Julia Boswinkel, communicatiemedewerker van Natuurmonumenten.
Ruiterpaden in de Kaapse Bossen
In de Kaapse Bossen van Natuurmonumenten ligt zo’n 8,5 kilometer aan paardenpad. Deze paden zijn onderdeel van het Ruitervignet Utrechtse Heuvelrug. Aan de Hoogstraat is een parkeerplaats aangelegd waar paardentrailers welkom zijn. Er kunnen er niet veel staan, maar voor 2 a 3 is er zeker plek. Gelijk bij de parkeerplaats vind je knooppunt 59 van het netwerk en kan je te paard naar 55 of 53 rijden.
De Kaapse Bossen zijn nogal heuvelachtig, vanaf de parkeerplaats klim je een aardig stuk omhoog te paard en kom je door een mooi perceel waar winter 2024/205 onderhoud heeft plaats gevonden. Een perceel wat op de planning staat voor onderhoud herken je aan markeringen, want deze zijn voorbereidingen voor een houtdunning. Die is nodig om de kwaliteit van het bos hoog te houden en de opengestelde paden veilig.
Bosbeheer
Er wordt geselecteerd op ‘toekomst-bomen’, die mogen blijven staan en krijgen meer ruimte. En bomen die ruimte gaan maken en bij de dunning worden gerooid. Een deel van de houtopbrengst is voor de houtproductie, de opbrengst wordt weer gebruikt voor onderhoud van het bos. In de laag onder de volwassen bomen wordt ook gekeken naar ruimte voor de volgende generatie bomen, de zaailingen van de volwassen bomen.
Lees meer over het standpunt van Natuurmonumenten over bomenkap.
Dunnen van het bos kan nodig zijn omdat er de letterzetter kever in zit, die naaldhoutpercelen aantast. Soms is een heel perceel aangevreten en zie je allemaal dood naaldhout staan.
De bossen hebben ook onderhoud nodig doordat de bomen last hebben van zuurdere bodem. De verzuring komt door de neerslag van stoffen uit de lucht, zoals stikstof en zwavel. Als de bodem zuurder wordt, zijn er minder belangrijke mineralen zoals calcium, kalium en magnesium in de grond beschikbaar. En deze stoffen zijn essentiële voeding voor bomen en planten, zonder worden ze zwakker. In de Kaapse Bossen tussen Doorn en Leersum wordt onderzoek gedaan naar bodemverzuring.
Blessen
De bomen in het oostelijke deel van de Kaapse Bossen hebben stippen of een andere markering gekregen. Dit noemen we ‘blessen’. Door de markering op de bomen weten we wat er met welke boom moet gebeuren. Op dit moment helpt het bij de voorbereiding van bosomvorming.

Wat betekent de markering?
- Oranje stip: Deze boom vellen.
- Blauwe stip: Toekomstboom.
- 2 horizontale oranje cirkels: Begrenzing van een kapvlakte. De bomen met en binnen de cirkels worden allemaal geveld, met uitzondering van de bomen met een blauwe stip.
- 2 horizontale blauwe strepen: ingang voor de harverster (velmachine). Deze strepen zeggen niets over het vellen dan wel sparen van de boom zelf.
Verticale oranje streep / hoofdletter i: Rijroute voor harvester, werkpad voor de machines (de boom met deze markering wordt zelf geveld). De oorsprong van deze blestekens is de eerste Nationale Strependag (in 2012) op Landgoed Den Treek-Henschoten in Leusden, een initiatief van de Nederlandse blessers. Hoewel het woord ‘blessen’ oorspronkelijk betrekking heeft op het afschampen van een stuk bast van een boom, waardoor er een stukje blank hout zichtbaar wordt, wordt dit woord in de nieuwe methode nog steeds gebruikt. De spuitverf wordt ‘blesverf’ genoemd en de bediener daarvan is een ‘blesser’.
Bossen worden ingedeeld in werkblokken, elk werkblok komt eens in de vijf jaar aan de beurt. De bosbeheerder selecteert binnen een blok welke bomen er gekapt moeten worden of niet, het blessen.
Bosomvorming
Bij bosomvorming veranderen we een uniform uitheems bos naar een natuurlijk inheems bos. In uitheemse bossen staan vaak bomen als de Japanse Larix. Ze zijn goed voor houtproductie (daarom zijn ze ooit aangeplant), maar bieden verder weinig ruimte voor inheemse dieren en planten.
Ook in de Kaapse bossen is dit het geval. De komende jaren werken we hier toe naar een natuurlijker, biodivers bos vol leven. Dat betekent meer ruimte voor inheemse soorten en minder voor exoten. Komend jaar gaan we daarom bomen vellen die in de weg staan van inheemse soorten. Zo krijgen inheemse soorten meer ruimte. Ook maken we open plekken voor natuurlijke bosverjonging van gewenste soorten. Dood hout laten we liggen; dit is goed voor de biodiversiteit. Goed hout dat overblijft, verkopen we. Zo krijgt het een tweede leven, en de opbrengst komt weer ten goede aan de natuur.
Overigens betekent dit niet dat Natuurmonumenten met alle gemarkeerde bomen iets gaan doen. Het blessen is een eerste inventarisatie geweest en de komende tijd maakt Natuurmonumenten een definitief plan.
Het is de verantwoordelijkheid van de koper van de bomen om de paden weer netjes te maken. Er wordt een opleverronde gedaan, samen met de aannemer en terreineigenaar wordt gekeken hoe het terrein is achtergelaten en of dat akkoord is. Soms kan herstel van de paden pas op een later tijdstip plaatsvinden, omdat het te nat is.